Altenagebied


LIGGING EN HISTORIE

De oppervlakte van het Altena gebied is ongeveer 150 ha. Het gebied ligt ten zuiden van het kerkdorp Beckum en wordt doorsneden door de provinciale weg tussen Haaksbergen en Hengelo (N 743) Het Altena ontleent zijn naam aan het voormalige kasteel Altena. Het kasteel zou vlak bij de Hagmolenbeek hebben gelegen, maar de exacte plaats is nooit vastgesteld. Het was eigendom van de „familie van Beckum‟ en is rond 1475 vernield. Er is veel over de naam geschreven en hij wordt verklaard als 'al te na', gezegd van een erf, een kasteel of sterkte, dat al te dicht bij een ander gelegen is. Andere kastelen in de buurt waren Hagmolen bij Bentelo, Oldemeule in Hengelo en Boekelo in Enschede. De reden voor de bouw was dat de familie Van Beckum hier vermoedelijk tol kon heffen in combinatie met vermoedelijk een watermolen. Het was een strategische punt op de kruising van de weg tussen Hengelo en Haaksbergen aan de Hagmolenbeek. Deze beek mondde vroeger uit in de Regge bij Goor. De Hagmolenbeek ontspringt ten westen van Ahaus. Het eerste deel van de beek heet Hegebeek en krijgt water uit het Witte veen. De Hegebeek splitst zich in de naar het noorden stromende Rutbeek en de naar het westen stromende Hagmolenbeek. Het water uit het Buurserzand en uit het Altenagebied komt in de Hagmolenbeek. Tegenwoordig loost de beek het water op het Twentekanaal. In 1995 is in de Hagmolenbeek een aantal vistrappen/passages aangelegd.

HET TERREIN

Het Altena is al eeuwenlang bezit van Twickel. Een oude kaart uit 1787 laat zien dat er toen al boerderijen waren, afgewisseld door woeste heide en moeras. In de tweede helft van de 19e eeuw zijn steeds meer gronden bebost. Er werden ontwateringssloten gegraven waarna er grove dennen werden geplant. Op de betere gronden kwamen gemengde bossen met eiken en beuken. Toen de schapen verdwenen is door het dichtgroeien van de heide (met berk en grove den) het bosoppervlak op Twickel sterk toegenomen. In de periode van 1900-1940 bestond het bosbeheer vooral uit verzorgende dunningen in jongere opstanden en het weghalen van dode bomen uit oudere bossen. In de tweede wereldoorlog is ca 60 ha bos kaalgekapt. In de periode 1945-1975 zijn deze kapvlaktes ingeplant met snelgroeiende uitheemse boomsoorten zoals douglasspar, fijnspar, Japanse lariks en snelgroeiende loofbomen als de populier. De stormrampen van 1972 en 1973 sloegen grote gaten in de oude bossen. Na 1975 wordt het bosbeheer strak planmatig benaderd.

DE BOERDERIJEN OP HET ALTENA

De boerderijen waar je over of langs komt zijn de erven Groot Altena, Klein Altena, Witveld, Asbroek en Obdam. De boerderijen laten met hun zwart-witte luiken (blinden) zien dat het hier om Twickelgebied gaat. Erve Veldsnieder (bij het Stepelerven) is geen Twickel boerderij.

Groot Altena (1844)

Bijzonder is het lange en smalle Altena's voetpad, zeer waarschijnlijk een oud kerkpad. Dit pad leidde naar het gebedshuis (kapelletje) van 't Altena. Vele havezaten en adellijke huizen hadden vroeger een eigen kapel. Bewoners van buurtschap 't Stepelo liepen dit pad om bij de kapel te kunnen komen.

Klein Altena

Van Erve Klein Altena is niet zoveel bekend. Vermoedelijk is het een afsplitsing van Groot Altena. Er staat een prachtige, maar in het voor jaar sterk plakkende, linde op het terrein. Het voorste deel van de boerderij wordt tijdens de vakantie verhuurd.

Erve Witveld (± 1860)

Vanaf de parkeerplaats Haaksbergerstraat de eerste weg links gaat naar erve Witveld. Op weg er naar toe staat een lariks productiebos. Opvallend is de hoeveelheid hulstbomen. Dit wijst op iets rijkere (beek)grond. Erve Witveld heeft zijn naam te danken aan 'wyt', in het Middelnederlands wytboom of wideboom, de Wilg; en dan meer speciaal de katwilg (Salix viminalis). De Katwilg staat bekend om zijn enorm regeneratievermogen en om de vorming van vele zijtakken aan de voet. De eenjarige tenen werden gebruikt voor het vlechten van korven. De driejarige scheuten voor hoepels, bonestaken en schuttingen. Aan wateroevers wordt de Katwilg gebruikt om afkalving te voorkomen. Wilgen groeien bij voorkeur op vochtige plaatsen en dat betekent dat die plaats in het verleden erg nat was. De voorzijde van het gebouw is vanaf het wandelpad niet te zien. Het erf komt al voor in de rentmeesterrekeningen van 1650.Bakspieker Erve Asbroek

Erve Asbroek (1845)

De mooiste hoeve is Erve Asbroek. Op het erf staat een, niet meer als zodanig te herkennen bakspieker; een gebouw met een oven, waarin de boeren vroeger hun brood bakten. De bakspieker werd ook gebruikt als kantine voor de in oogsttijd in grote getale aanwezige landarbeiders. Sommige van de namen geven aan dat het terrein erg vochtig geweest moet zijn. Erve Asbroek is al in 1457 bekend in Beckum. 'As' is een variant van de boomsoort 'es'. Een 'asbroek‟ was een moerassig land (broek), waarin of waarlangs deze bomen groeiden.

Erve Obdam (1871)

Waar de naam Obdam vandaan komt is niet geheel duidelijk. Wel is bekend dat de barones van Twickel in 1675 getrouwd is met Jacob van Wassenaer Obdam en tot 1831 heette het barongeslacht op Twickel dan ook van Wassenaer Obdam. In dat jaar huwde een vrouwelijke nazaat met Jacob van Heekeren van Wassenaer en onder die naam is de laatste barones in 1975 kinderloos gestorven. Zij heeft in 1953 de Stichting Twickel in het leven geroepen en daaraan alles nagelaten. Van Erve Asbroek naar erve Obdam gaat de weg pal langs een geweldige eik, waarvan de stam aan de achterzijde zó groot en hol is dat er wel twee personen in passen.

BOSSEN EN BOSBEHEER

Het Altena bosdeel

Dit ligt in het begin vanaf de parkeerplaats aan de Haaksbergerstraat rechtdoor. De boerderij Groot Altena ligt links van de ingang. De verharde weg gaat naar erve Klein Altena. Vlak voor het bos begint het kerkepad richting Stepelo. Het landgoed Altena verraadt zijn identiteit door veel dikke bomen en een mooie afwisseling van natuur en cultuur, dat wil zeggen een rijk van bos voorzien boerenland. Altena‟s bos is een Wintereiken - Beukenbos met oude opstanden van Zomereik. Er is sprake van een hoge natuurwaarde en een hoge houtteeltkundige waarde.Probleem is de geringe vitaliteit van de oude eikenopstanden. De vele adelaarsvarens staan de natuurlijke verjonging in de weg. Na 1995 zijn de meest problematische opstanden kleinschalig verjongd. In dit bosdeel komt veel hulst voor. Hulst is in het voorjaar de waardplant van het boomblauwtje en in de zomer is dat de klimop.

Bentelerzijde

Deze beheereenheid ligt ten westen van het Altena bos en grenst aan de provinciale weg. Het zijn vochtige heidevelden (Keizersveld, Beundersveld e.a.) omringd door veldbossen. Het beheer van de bossen is gericht op het vergroten van het aandeel loofbomen en het creëren van geleidelijke overgangen van bos naar heide. Het keizersveld is ca. 13 ha groot en bestaat uit een groot open heideveld met daaromheen een bosgordel. De open kern bestaat uit een dopheide vegetatie met kruipwilg, bos- en vossebes en gagel, zonnedauw en snavelbiezen. Plaatselijk zijn enkele delen vergrast. Door middel van plaggen is in 2002 een deel hersteld. Het veld is open, slechts een klein deel is dichtgegroeid met grove den of berk. Het heideterrein was vroeger bekend als broedgebied van de wulp, nachtzwaluw en sprinkhaanrietzanger, maar deze soorten zijn hier verdwenen. Voorkomende zeldzame plantensoorten zijn klokjesgentiaan en de kleine zonnedauw.

Beheereenheid Asbroek

Het Asbroek ligt in de zuid / zuid-oost kant van het landgoed. Het natuurterrein omvat ca. 47 ha, waarbij op relatief korte afstanden grote bodemkundige en waterhuishoudkundige verschillen voorkomen. Langs de gekanaliseerde Hagmolenbeek komt oud loofbos voor (wintereiken-beukenbos met veel hulst). Het noordelijk deel bestaat uit (zeer) natte heidevelden met enkele vliegdennen en op de hogere delen grove dennen bossen. De heidevelden zijn plaatselijk sterk vergrast en het oostelijke deel is geheel met grove den dichtgegroeid. De bossen hebben een aanzienlijke dunningsachterstand. Het beheer van dit oude loofbos is sinds 1982 niets doen (reservaat). Voorkomende zeldzame plantensoorten zijn klokjesgentiaan, kleine zonnedauw en veenmos.

Beheereenheid België en Stepelerveld.

Aan de zuid-west kant van het Altena ligt het gebied België en het Stepelerveld. Het gebied België betreft jong grove dennenbos (omgevormd Grove den - en Lariksbos van slechte herkomst en beperkte vitaliteit). Dit gebied heeft een productiefunctie. Het Stepelerveld is in 1984 door Natuurmonumenten gekocht van de erven van Heek (van de Boekelose Stoomblekerij) en is door Twickel in 1995 aangekocht / geruild met Natuurmonumenten. Het Stepelerveld is een deels oud grove dennenbos (met veel natuurlijke opslag), deels is het jonge opstanden van voornamelijk naaldhoutexoten, met name de fijnspar en de douglasspar. Vanwege de combinatie van hoge natuurwaarden en belangrijke houtteeltkundige waarden is de functie van dit gebied multifunctioneel. Het bosbeheer is gericht op multifunctioneel bos met het accent op inlandse houtsoorten (geïntegreerd bosbeheer).

Kluenven

Aan de Rotersweg (overzijde van de Hengelosestraat) ligt een, 30 ha. groot, Twents heidelandschap met bosaanplant en vennen, dat doorsneden wordt door de Buitenbeek. Het is in de jaren dertig door een Hengelose fabrikant van Twickel gekocht. Het Kluenven is bekend om de moerasaronskelken die door een familielid uit Amerika waren meegenomen en in de Buitenbeek werden geplant. Deze moerasaronskelken hebben zich vermeerderd en er is een lint ontstaan met een lengte van een paar honderd meter. Niet inheems en er is zeker sprake van een flora vervuiling, maar in de bloeitijd begin april is het een “kunstwerk” van uitzonderlijke schoonheid. Zie www.kluenven.nl

De huidige eigenaar, Han Westendorp, organiseert op aanvraag excursies, culturele activiteiten en activiteiten voor kinderen. Een boomsoort die op het Kluenven veel voorkomt is de Hemlockspar, een Amerikaanse exoot, die hier vanwege esthetisch overwegingen is ingevoerd.

FLORA EN FAUNA

Vogels

In het gebied van het Altena‟s voetpad komen bijna alle in Twente voorkomende vogelsoorten voor. Dit zijn zo'n 90 soorten. Zeer veel te zien en te horen zijn (afhankelijk van het jaargetijde): buizerd, kievit, fitis, groene - bonte en zwarte specht, tjiftjaf, kraai, koolmees, boerenzwaluw, gewone en zanglijster en alle meessoorten (staart, kool- pimpel- zwartkop ).

Planten

Planten die we kunnen tegenkomen bij en langs het Altena's voetpad: geoorde wilg, wilde gagel, grove den (vliegden), hulst (waardplant voor het boomblauwtje), knopig helmkruid, robertskruid, veldereprijs, bosveldkers, kleine veldkers, pinksterbloem, blauwe en rode bosbes, gewone dophei, rankende helmbloem, gewone vlier, trosvlier, vogelkers. Ook is de kamperfoelie in sommige bosdelen goed vertegenwoordigd. Deze kamperfoelie is rond juni de waardplant voor de ijsvogelvlinder.

Bijzondere bomen

Tussen erve Asbroek en Klein Altena staat op de hoek bij het zandpad een zeer oude zomereik. Deze is gemeten naar de omvang tenminste 200 jaar oud. Langs het zandpad staat een sterk vergroeide en vertakte grove den in innige samenleving met een (inmiddels dode) eik. De wandeling tussen Erve Asbroek en Klein Altena gaat over een mul karrenspoor door een bebost geraakt heidegebied, waar tussen berken en vliegden toch nog vooral wat gewone dophei is overgebleven. Er staat gagel in de heide. In 2007 zijn grote delen geplagd. De Grove dennen in dit gebied bestaan voor een groot deel uit zgn „meerling‟ bomen. Na een korte onderstam splitst de den zich in twee stammen. In bosbouwkundig opzicht is dit een ongunstige boomvariant. De „afwijking‟ is echter genetisch bepaald want zaad van een tweeling boom geeft weer een tweelingboom. In de gewone bosbouw wordt deze variant weg geselecteerd. Dat betekent dat hier geen sprake was van een productiebos. Eik 200 jaar Holle boom Meerstammige Grove den Gagel in heide.

Veldsniederven / Stepelerven

In het zuidelijk Altena gebied is een groot ven dat afwisselend wordt aangeduid met deze beide namen. Het is een natuurgebied geworden dat niet meer toegankelijk is voor het publiek. Het waterpeil is de laatste jaren aanzienlijk verhoogd. De naam Veldsniederven is afkomstig van de nabij nabijgelegen boerderij die nu tot woonhuis is omgebouwd. Het was geen Twickel boerderij en is in particuliere handen.