Energietransitie Haaksbergen


Evenals andere gemeenten is Haaksbergen naarstig op zoek naar plekken voor het aanleggen van zonnevelden en het plaatsen van windturbines. Daarmee moet aan de opgave voor vermindering van de CO2-uitstoot worden voldaan. Volgens de spelregels van het Rijk gaan we dat niet landelijk regelen maar lokaal. Onder de noemer van decentralisatie is daarmee een enorme verrommeling van het platteland in gang gezet. Voor ons dorp is inmiddels een kaart getekend met geschikte en ongeschikte locaties voor zonnevelden. Daarbij is driekwart van het oppervlak geschikt bevonden en dus vogelvrij verklaard. En u als bewoner bent daarmee akkoord gegaan. Niks van gemerkt waarschijnlijk. Wie zwijgt stemt toe. De democratie is een piepsysteem geworden. Het zal straks je achtertuin maar zijn waar die windturbine verrijst of de zonnepanelen zich ter grootte van meerdere voetbalvelden uitstrekken.

Maar ook als je je als kritische burger of organisatie wel in de discussie mengt, versterk je het systeem. Er wordt vriendelijk naar je geluisterd en in het beste geval vind je later iets van wat je gezegd hebt terug als een onbeduidende opmerking in een rapport. Maar vaak hoor je er helemaal niets meer van. Ondertussen zeggen de organisatoren dat de inspraakbijeenkomst een succes was en dat er draagvlak bestaat voor hun plannen. In Haaksbergen is, bij het aanwijzen van gebieden waar zonnevelden mogen komen, het bestaande planologische regiem gevolgd. Daar kun je nu eenmaal niet omheen. Alleen gebieden die toch al zwaar beschermd zijn vanuit de ruimtelijke ordening of de natuurwetgeving worden uitgesloten. Dat zijn de grote natuurgebieden, een aantal beekdalen en enkele essencomplexen. Wonderlijk genoeg zijn daar stroken langs de invalswegen en de nieuwe N18 aan toegevoegd. De gedachte is dat, als daar windturbines of zonnepanelen komen, de belevingswaarde van het dorp wordt verpest. Alsof langsrazende automobilisten van elders meer belang hebben bij een mooi uitzicht vanuit hun voorruit dan de eigen inwoners vanuit hun kamerraam. En alsof het belangrijker is om asfaltbanen vrij te houden van industriƫle elementen dan de bufferzones rond natuurgebieden.

Inmiddels is de run op landbouwgrond voor zonnevelden in volle gang. Er liggen al claims voor meer dan 70 hectare. Omdat de opgave maar 50 hectare is, valt er dus wat te kiezen. Vat dat niet te licht op. Denk niet die panelen zijn over 25 jaar afgeschreven dus de kinderen hebben er geen last van. Ook een tijdelijk project kan blijvende impact hebben. De levensduur van die windturbine of dat zonneveld mag dan beperkt zijn, de constructies zullen misschien na verloop van tijd weer afgebroken worden, maar de boven- en ondergrondse infrastructuur blijft liggen. Ontsluiting en bekabeling zijn met gemeenschapsgeld aangelegd en geven aanleiding om de locatie te blijven gebruiken voor energieopwekking.

Met de aanleg van zonnevelden zitten we meteen in stap 3 van de zonneladder. Limiteren is hier het credo en dat is hard nodig want ondertussen zijn stap 1 en 2 overgeslagen.
Ter informatie: de zonneladder geeft de voorkeursvolgorde aan bij het verdelen van de opwek-opgave voor zonne-energie. Vooral de eerste stap is belangrijk. Daar gaat het om stimuleren van kleinschalige initiatieven. Eerst moeten de daken van woningen, bedrijven en stallen vol worden gelegd. Daarop volgen, nog steeds in stap 1, restruimtes zoals nog te ontwikkelen woningbouwgebieden en bedrijventerreinen, overkappingen van parkeerterreinen, taluds van geluidswallen en agrarische erven. Stap 2 gaat over het combineren van functies, bijvoorbeeld zonnepanelen boven een waterberging, wat natuurlijk een lastige materie is. Het plan was om pas aan stap 3 te beginnen als stap 1 en 2 onvoldoende energie op zouden leveren. Zo luidt ook het voorschrift van het rijk en de provincie, maar nu zie je het tegenovergestelde gebeuren. Voor grootschalige opwekking van zonne-energie door bedrijven en coƶperaties zijn SDE-subsidies beschikbaar. Dat tikt blijkbaar lekker aan want zelfs buitenlandse investeerders duiken erop. Gewone burgers moeten het doen met 50 Euro 'Poen voor groen'. Daar kun je net een stukje radiatorfolie van kopen.

Daarmee zijn we terug bij het falend overheidsbeleid. De regie over een mondiaal probleem wordt onderin de organisatie gelegd en het stimuleringsbeleid werkt omgekeerd evenredig aan de doelstelling. Daar komt bij dat allerlei wijze adviezen worden genegeerd. Bijvoorbeeld die van de Rijksbouwmeesters. Zij maken zich grote zorgen over de versnippering van de energieopwekking over het landelijk gebied en pleiten er al sinds 2018 voor om de aanleg van zonnevelden op landbouwgrond te verbieden. In plaats daarvan zou grootschalig energie opgewekt moeten worden in de daarvoor meest geschikte gebieden. Open, rationele landschappen zijn het doelmatigst voor de concentratie van windenergie, de Noordzee voorop. Voor de opwekking van zonne-energie komen baggerdepots, grote binnenwateren en het bebouwd gebied in aanmerking. Hopelijk wordt het advies alsnog opgevolgd. Er komt steeds meer weerstand tegen zonnevelden die als confetti over het landschap worden uitgestrooid. Als de ommekeer doorzet, zijn we meteen van die terawatt-cowboys af. We houden de toekomstige energievoorziening in eigen hand en in eigen land. We helpen de plaatselijke aannemer en installateur aan werk met het plaatsen van zonnepanelen op daken, gevels, taluds, enzovoort. We zijn loyaal, kopen lokaal en het rendeert ook nog eens optimaal.

Henk Westendorp namens Stichting Natuur en Milieu Haaksbergen